© 2008 Ruud van Aalst
Toen ik als jongeman (door omstandigheden) besloot niet te gaan studeren ben ik mijn loopbaan begonnen bij de KLM in een administratieve functie op de afdeling verzekeringenadministratie. Toen ik begon had ik nog helemaal geen kaas gegeten van boekhouden. Het was mijn cheffin Nora de Kremer die mij stimuleerde een vak te leren. Het kennen van het vak maakte het voor mij mogelijk de doorstroom naar de vestigingenadministratie te maken. Het spreken van de Spaanse taal maakte dat ik werd uitgezonden naar Zuid Amerika om daar de lokale administrateur te vervangen of te ondersteunen. Men vertrouwde mij al heel jong (toen 23) verantwoordelijkheid toe.
Hoe prettig het werken bij de KLM ook was, op enig moment ben ik overgestapt naar een woningcorporatie waar ik bijna het dubbele aan salaris kon verdienen (de KLM heette toentertijd niet voor niets Kale Lonen Maatschappij).
Ik ben in Amsterdam begonnen en na drie jaar overgestapt naar de Noordoostpolder. Daar trof ik nog een bijzondere baas: Jan van den Bosch. Hij liet mij op kosten van de zaak de opleiding Administrateurs volgen; een managementopleiding. Jan liet het inrichten en voeren van de administratie geheel aan mij over, maar was er altijd als ik ondersteuning nodig had. Helemaal bijzonder was het dat hij degene was die mij wees op de functie van Hoofd Administratie bij een woningcorporatie in oprichting in Lelystad. De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders had haar ontwikkeltaak in de polder volbracht en wilde het beheer van de woningen afstoten. “Een dergelijke kans mag je niet laten lopen”, zei hij.
Ik werd door het bestuur van de Woningbouwvereniging Lelystad i/o aangesteld als Hoofd Administratie, Financiën en Algemene Zaken. Daar heb ik samen met de directeur en mijn collega Hoofd Technische Dienst echt een bedrijf opgericht: zoeken van huisvesting, aanschaffen van inventaris, afsluiten van verzekeringen, aantrekken van mensen, opzetten van procedures, aantrekken van geld en uiteraard ook het inrichten van een administratie, een archief; kortom, daar heb ik ervaren wat een organisatie was.
De beginjaren ’80 waren ook de jaren van de opkomst van personal computer. Nieuwsgierig als ik was, had ik privé een Sinclair Spectrum gekocht. De mogelijkheden van automatisering kennende heb ik ook voor de woningbouwvereniging een weliswaar professionele computer aangeschaft, voor die tijd spectaculair, draaiend onder het besturingsysteem CP/M. Dat betekende een enorme efficiency verbetering. We hoefden uit de boekhouding geen handmatige tellingen meer te maken, ik had de ledenadministratie zodanig aangepast dat we zelf acceptgiro's en betaalopdrachten ‘aan de ketting’ konden afdrukken. In deze periode werd mijn basis voor automatisering gelegd.
Woningbouwvereniging Lelystad was zoals gezegd een corporatie in ontwikkeling die ook nog eens vanwege haar ontwikkeltaak een snelle groei doormaakte. Daarmee ging veel tijd gepaard. Op alle fronten gebeurde wel iets: overleg met gemeente, met bewoners, aannemers, banken, regelgeving. De grote tijdinvestering, gecombineerd met mijn enthousiasme vormde een ernstige bedreiging voor mijn huwelijk. Na drie jaar besloot ik een functie te aanvaarden bij het Nationaal Computercentrum voor Woningcorporaties. De accountmanager van het bedrijf had mij enthousiast gemaakt. Men zocht iemand die wilde meedenken in de ontwikkeling van een financieel pakket.
Ik kwam terecht bij een bedrijf waar een bijzondere energie heerste. We konden creatief zijn, mochten nagenoeg alles uitdenken en uitwerken, vonden werken onder spanning normaal en het mooiste was: we voelden ons min of meer persoonlijk verantwoordelijk voor het slagen, maar ook voor de fouten van het bedrijf.
Zoals eerder gezegd waren het de jaren van de opkomst van de personal computer. Ruud van Aalst was in het land van de ‘mainframe boeren’ (die een personal computer maar een speeltje vonden) éénoog in het land der blinden. Dus werd mij gevraagd te onderzoeken wat een personal computer voor onze klanten kon betekenen. Daarna heb ik maanden voorlichting sessies gegeven over tekstverwerking en het fenomeen spreadsheet; iets wat toen nog iets heel bijzonders was. Vervolgens moesten onze klanten natuurlijk worden opgeleid, dus ontwikkelde ik opleidingen, een goudmijn voor het bedrijf.
Zoals Jigoro Kano, de oprichter van het judo, al zei: “ Als je iets niet weet, moet je er les in geven”, zozeer verdiepte ik mij in de mogelijkheden van de computer en de programmatuur. Ook volgde ik opleidingen op het gebied van didactiek en het schrijven van computerhandleidingen.
Hoe kon het nog mooier? Verstand van de problematiek van de woningcorporaties, verstand van administratieve organisatie én van automatisering!
Om allerlei financiële en belastingtechnische redenen werden de pc activiteiten ondergebracht in een aparte stichting, de Stichting Automatisering Woningbeheer. Mij werd gevraagd of ik daar leiding aan wilde geven. Dus opnieuw een bedrijf opzetten, een logo en briefpapier ontwikkelen, programmeurs en opleiders aantrekken. Een fantastisch team gesmeed, betrokken mensen die zich gezamenlijk verantwoordelijk voelden voor de kwaliteit van de producten en dienstverlening, opleiding en profilering van SAW. Samen dingen bedenken, zoeken naar een balans tussen kaders en vrijheid, mensen betekenis geven en van betekenis laten zijn, kennelijk is dat waar ik goed in ben.
Het werd het tijdperk van (toen nog) het modeverschijnsel Local Area Network. Onze klanten wilden een lokaal netwerk, zonder dat precies duidelijk was waarom. Er waren in ieder geval hoge kosten mee gemoeid. Ik heb de dienst ontwikkeld, waarbij voor een klant onderzoek werd gedaan naar de toepasbaarheid van een LAN. Tijdens die onderzoeken bleek dat er vaak niet zozeer een automatiseringprobleem bestond, maar veelal een organisatorisch. Er zo ben ik langzaam de functie van consultant ingerold.
En, zoals bij mij past ben ik me tegelijkertijd gaan verdiepen en volgde ik opleidingen Organisatiekunde, Bestuurlijke informatieverzorging, Informatieplanning en –management en las ik literatuur zoals Argelo & Boterman en Hopstaken en Kranendonk die veel hadden geschreven over informatieplanning.
In de jaren die volgden heb ik als projectmanager implementatietrajecten geleid en heb ik me ontwikkeld richting business consultant.
In 2000 heb ik besloten voor mijzelf te beginnen. In het bedrijf gebeurden dingen waar ik mij om persoonlijke redenen niet in kon vinden. Ik had een groot netwerk van klanten en potentiële klanten die een of meer goede ervaringen met mij hadden.
Ik heb er nog geen seconde spijt van gehad: opdrachten van de verschillende aard, variërend van het bespreken en vastleggen van procedures, het doorlichten van een bedrijf op zoek naar efficiency– of kwaliteitverbetering, vervolgens de verbetering helpen invoeren, selectie en implementatie van een automatiseringsysteem, kantelen van productgericht naar procesgericht werken, het maken van een informatieplan of een controleplan, het begeleiden bij de totstandkoming van een regionaal woonruimte verdeelmodel, tot en met partijen begeleiden bij het tot stand brengen van een S.L.A.
Afhankelijk van mijn rol kies ik mijn positie, variërend van de rol van expert tot die van proces–begeleider, maar altijd op zoek naar resultaat in harmonie.